50 jaar
lokale
publieke
omroep

Dit jaar bestaat de lokale publieke omroep 50 jaar. Samen staan we stil bij de geschiedenis van de lokale omroep, maar blikken we ook vooruit op de toekomst van de lokale omroep.

Bekijk de tijdlijn

Later in 2024 verschijnt het boek over 50 jaar lokale publieke omroep, geschreven door Arjan Snijders. Schrijf je in en blijf op de hoogte over dit boek.

Schrijf je in

Bekijk hieronder de geplande activiteiten. Deze worden gedurende 2024 aangevuld.

Bekijk de agenda

Kijk hier de felicitaties aan de sector.

December

1971

Opening kabelnet gemeente Melick-Herkenbosch

In december wordt de opening van het kabelnet door burgemeester Frans Feij van de voormalige gemeente Melick en Herkenbosch live uitgezonden op dit kabelnet. Daarmee wordt de eerste aanzet gegeven voor de lokale (televisie) omroep in Nederland. Het kabinet vaardigt na deze uitzending de ”Kerstbeschikking Kabel” uit. Uitzendingen via de draadomroep moeten voortaan eerst toestemming hebben van de Minister van CRM.

1974-1975

Zes omroepen ontvangen van het Ministerie van CRM subsidie om 6 jaar te experimenten met lokale televisieomroep via de kabel. Dit zijn de Stichting Lokale Omroep Melick-Herkenbosch, Vereniging Lokale Omroep Dronten (VLOD), Lokale Omroep Zoetermeer (LOZ), Kabel Omroep Deventer KOD), Lokale Omroep Goirle (LOG) en Lokale Omroep Bijlmermeer (LOB).

1976

In Amsterdam gaat naast de LOB een experiment met lokale radio-omroep via de ether (middengolf) van start. Twee jaar mag STAD proefdraaien met subsidie van de Minister. In 1980 neemt de gemeente Amsterdam de financiering over en is het eerste legale lokale radiostation een feit.

1978

Lokale Omroep Bijlmermeer stopt

Het opdrogen van de subsidie uit Den Haag in 1978 betekent het einde van de LOB. Op 25 maart 1978 vindt de laatste gesubsidieerde uitzending plaats.

1980

De 6 experimenten eindigen officieel. Anders dan de Lokale Omroep Bijlmermeer gaan de omroepen in de andere 5 gemeenten gewoon door met financiële ondersteuning van de gemeente en andere constructies.

Tijdelijke vergunningen voor uiteenlopende partijen
In de periode 1980-1983 is er nog steeds geen wettelijke basis voor lokale omroep. Er wordt maar één nieuwe vergunning afgegeven aan de Vereniging Transmedia in Zaltbommel voor een tweeweg experiment. Bij tweeweg kan een abonnee van de kabel gebruik maken voor uiteenlopende diensten zoals tele-bankieren en goederen via de televisie bestellen. In dezelfde periode worden meerdere tijdelijke vergunningen afgegeven rond speciale evenementen aan uiteenlopende partijen (ziekenomroepen, gemeenten e.d.). In deze tijd zijn er veel etherpiraten actief en de nadruk komt steeds meer te liggen op kabelradio.

1984

De Kerstbeschikking wordt vervangen door de Kabelregeling. Lokale kabelomroep wordt voor het eerst mogelijk op niet-experimentele basis. In 1984 worden er 14 vergunningen voor lokale omroepen afgegeven.

1987

In Landsmeer, Leiden en Utrecht wordt er geëxperimenteerd met etherradio via de FM.

1984-1988

Explosieve groei omroepen

Van 1984 naar 1988 is het aantal lokale kabelomroepen met een vergunning is explosief gegroeid naar 100 omroepen.

Dit jaar treedt de Nieuwe Mediawet in werking. Lokale omroepen mogen nu ook radio via de ether gaan uitzenden. De eerste ethervergunning wordt uitgereikt door het nieuw opgerichte Commissariaat voor de Media aan de lokale omroep uit Hilversum. De eerste 3 ethermachtingen worden uitgereikt door Minister Neelie Smit-Kroes aan de lokale omroepen in Tholen, Gaasterlân-Sleat en Noordoostpolder.

1991 – Eerste reclames
In navolging van de landelijke publieke omroepen mochten lokale omroepen ook eindelijk op experimentele basis reclame uitzenden via hun omroep. Wel is het een verplichting om samen werken met de lokale kranten. Hierdoor gaan er maar weinig omroepen echt van start. Stadsomroep Rotterdam op 29 september 1991 als eerste tv-omroep en Someren als eerste radio-omroep. In 1995 wordt de reclameregeling definitief en vervalt de verplichting tot samenwerking. Hiermee wordt de financiële positie sterker waardoor ze verder kunnen professionaliseren.

1993

Sector van beperkte middelen

Veel omroepen beginnen met weinig middelen. Sommige zenden zelf uit vanuit een container.

1995

De eerste lokale omroepen manifesteren zich op internet. Eind 1995 hadden 37 lokale omroepen een eigen “homepage”, via welke zij zich aan de wereld presenteerden. De homepages bevatten ondermeer links (“verwijzingen”) naar achtergrondinformatie over de omroep en zijn medewerk(st)ers. In de loop van 1995 gingen steeds meer omroepen ertoe over om via de eigen “site” lokaal nieuws te presenteren, zo zette bijvoorbeeld de stichting lokale nieuwsmedia dagelijks het laatste Amsterdamse nieuws op internet. De lokale omroep Nieuwerkerk (LON) presteerde het zelfs om een compleet lokaal nieuwsarchief over 1995 via internet toegankelijk te maken.

Het aantal lokale omroepen kent zijn hoogtepunt in dit jaar. Op 31 december 1995 zijn er bijna 376 lokale omroepen actief. Na die tijd vermindert het aantal omroepen door gemeentelijke herindelingen. Het bereik van de lokale omroepen groeit echter.

1996

De gemeenteraad kan een opslag van maximaal 1 gulden per huishouden invoeren op de landelijke en provinciale bijdrage voor het kijk- en luistergeld voor de eigen gemeente. Die opslag wordt geheven via de Dienst Omroepbijdrage. De Tweede kamer besluit tevens tot het invoeren van een voorkeursrecht op etherfrequenties voor publieke lokale omroepen.

Bijdrage via gemeentefonds
De omroepbijdragen worden gefiscaliseerd. De mediabegroting wordt voortaan gevoed vanuit de algemene middelen. Voor de lokale omroep wordt er in 2000 een bedrag van 1,96 gulden per woonruimte in het gemeentefonds gestort. Gemeenten gaan bepalen of en hoeveel ze van dit bedrag besteden aan de lokale omroep. Het bedrag is namelijk niet gelabeld. Jaarlijks wordt het bedrag in het gemeentefonds verhoogd met het accres. Dat leidde tot een bedrag van 1,98 gulden per woonruimte in 2001 en een bedrag van 0,99 euro in 2002.

2001

Per september 2001 wordt pas officieel toegestaan dat lokale omroepen via de FM in stereo uitzenden. Knellende internationale afspraken in het Low Power Agreement over vermogens in de lokale omroepband worden opgeheven om stereofonering van zenders tussen 104.9 en 108 MHz mogelijk te maken.

2003

De OLON publiceert het rapport “Investeren in Kwaliteit”. Hierin wordt becijferd dat de sector in totaal 51 miljoen nodig heeft om de wettelijke taakopdracht naar behoren uit te kunnen voeren. Op dat moment is er slechts 7 miljoen beschikbaar via het gemeentefonds. Waarvan een deel niet terecht kom bij de lokale omroep.

Status quo
Bijna vijf jaar na de afschaffing van de lokale opslag is de situatie voor vele publieke lokale omroepen nauwelijks verbeterd. OLON pleit in een brief aan de Kamer voor gemengde financiering met een structurele basis van publieke financieringsbronnen. Daarnaast brengt de OLON onder de aandacht van de landelijke politiek dat de programma’s van lokale omroep vaak niet worden opgenomen in digitale (basis)pakketten op de kabel. De OLON vindt dat dat verplicht moeten worden. Verder is er in de beleidsvoornemens van de overheid over DAB onterecht geen verplichte reservering gemaakt van ruimte voor publieke lokale radio op T-DAB.
2008

De (multi)mediawet wordt in 2008 vastgesteld en treedt op 1 januari 2009 in werking. Lokale omroepen worden lokale publieke media-instellingen. Internet is niet langer een nevenactiviteit maar behoort ook tot de hoofdtaak van een (lokale) publieke media-instelling.

Voor publieke lokale media-instellingen wordt de toegang tot de kabel en de ether gegarandeerd op vergelijkbare wijze als onder de oude Mediawet. Nieuw is dat nu ook de doorgifteplicht op de kabel voor de overgangsfase van analoog naar digitaal is geregeld.

RTV Festival nieuw leven ingeblazen
Meerradio & Meertelevisie mag zich trots de lokale omroep van het jaar 2009 noemen. Het in het verleden al eens eerder georganiseerde ‘RTV Festival’ is dan terug. Later zijn dit de Lokale Media Awards geworden.

2010

Bij een wijziging van de mediawet in 2010 worden de gemeenten bij wet verplicht de lokale publieke media-instelling (mede) te bekostigen. Daarbij wordt in de toelichting een richtsnoerbedrag van 1,30 euro per woonruimte genoemd. Gemeenten krijgen een zorgplicht maar er wordt nog steeds geen verplicht basisbedrag vastgelegd. Wel zal een gemeente goed moeten motiveren waarom van het richtsnoerbedrag wordt afgeweken.

2010

Verontrustend rapport: ‘Sector onder de radar’

Er wordt in 2010 ook een visitatieonderzoek en toekomstverkenning naar de publieke lokale mediasector en de OLON uitgevoerd. In het eindrapport “Sector onder de Radar”, wordt geconcludeerd dat de meeste lokale omroepen niet kunnen voldoen aan hun wettelijke taakopdracht. Ook zijn er onvoldoende middelen om mee te gaan met de nieuwe technologische ontwikkelingen. De lokale omroepen dreigen op alle fronten hun relevantie te verliezen.

2012

De lokale omroepen verenigd in de OLON stellen een visieplan op om hun toekomst veilig te stellen. Daarbij wordt een concreet veranderprogramma vastgesteld met daarin 4 actielijnen: het realiseren van een landelijk dekkend netwerk van lokale omroepen die een Lokaal Toereikend Media Aanbod verzorgen (met als middel streekomroepvorming), het realiseren van een collectieve infrastructuur, samenwerking binnen het publieke bestel, en de oprichting van een nieuwe sectororganisatie om de professionalisering van de sector ter hand te nemen inclusief de lobby voor een betere financiering.

Met de VNG wordt hierover een convenant ondertekend. Mede naar aanleiding van de door de Tweede Kamer aangenomen en breed gedragen motie van Dam stelt staatssecretaris Sander Dekker financiële middelen beschikbaar aan de OLON voor de professionalisering van de lokale omroepsector door meer te gaan samenwerken. In Twente en de Peel starten 2 pilot om te kijken hoe deze samenwerking binnen de lokale omroepsector vorm kan krijgen.

2014

OLON en de pakketaanbieders ondertekenen een convenant waardoor het mogelijk wordt de radio- en televisiesignalen van de lokale omroepen centraal, via de OLON Mediahub, aan te leveren aan alle relevante pakketaanbieders.

2015

Steeds meer inwoners kunnen op een laagdrempelige manier bijdragen aan het nieuws- en programma-aanbod van lokale omroepen. Omroepen nemen (deels) afscheid van traditionele dure apparatuur en maken gebruik van nieuwe middelen zoals een smartphone voor het maken van content. Door de opkomst van sociale media heeft de burger ook steeds meer een eigen stem en een ander platform om van zich te laten horen. Ook over een andere nieuwe techniek wordt in dit jaar gesproken: DAB+ wordt onderzocht.

2016

Samen met VNG, lokale omroepen, gemeenten en OCW wordt door de NLPO een onderzoek gestart naar een passende gebiedsindeling (op basis van de natuurlijke habitat) en normbegroting voor circa 80 streekomroepen. Eind 2016 wordt na zorgvuldige consultatie van gemeenten en omroepen de eerste conceptversie van de kaart “Streekindeling van Lokale Publieke Omroepen in Nederland” gepubliceerd.

2017

Start landelijke campagne ‘Toekomst voor de Lokale Publieke Omroep’

NLPO en VNG ondertekenen in 2017 een tweede convenant en de NLPO stelt de eerste streekkaart definitief vast. In oktober dat jaar start de NLPO de landelijke campagne ‘Toekomst voor de Lokale Publieke Omroep’. Er worden meer dan 20.000 handtekeningen van lokale omroepmedewerkers, gemeenten en vrijwilligers afgeleverd bij de Tweede Kamer en de uitkomsten van de verrichte onderzoeken worden gepresenteerd aan de politiek. NLPO en VNG dringen aan op verdere professionalisering van de lokale omroep door het finaliseren van de streekomroepvorming en de introductie van een hogere en duale bekostiging.

Dit resulteert in een passage in het regeerakkoord 2017-2021: “Op lokaal niveau worden steeds meer streekomroepen gevormd. Omdat dit bijdraagt aan de professionalisering, beraadt het kabinet zich op de wijze van organisatie en financiering van de lokale omroepen.”

2018

Motie Sneller

Op 3 december 2018 wordt de “Motie Sneller” aangenomen in de Tweede Kamer. Deze zorgt er voor dat er in 2019 voor het eerst extra Rijksgeld beschikbaar komt voor experimenten met streekomroepen.

2019

De Raad voor Cultuur en Raad (RvC) brengt een eerste advies uit aan de Minister over o.a. de financiering. De Raad adviseert de financieringssystematiek grondig te herzien. Het rapport geeft echter nog onvoldoende antwoord op andere vragen, met name die over de mogelijke toekomstige organisatie. Er komt daarom nog een vervolg. Eerste 3 Keurmerken verstrekt aan de lokale omroepen in Groningen (OOG), Rotterdam (OPEN) en Westland en Maassluis (WOS).

2020

Duidelijk vervolgadvies aan minister Slob

Op 12 november 2020 wordt het vervolg advies van de Raad voor Cultuur en de Raad voor het Openbaar Bestuur gepubliceerd: Lokale Media niet te missen.

“Lokale en regionale media zijn essentieel voor de lokale samenleving en democratie. Maar de lokale media kunnen hun functies lang niet overal in Nederland goed uitvoeren. De Raad voor het Openbaar Bestuur en de Raad voor Cultuur pleiten daarom voor concrete afspraken, meer samenwerking en een stevigere financiering voor regionale en lokale media. Alleen daarmee zullen lokale media weer in staat zijn hun essentiële functies voor democratie en samenleving uit te oefenen.”

De tijdelijke subsidieregeling pilot journalistieke professionalisering lokale publieke mediadiensten wordt met een jaar verlengd. Daarnaast komen er nog twee tijdelijke regelingen bij maar een structurele oplossing blijft uit. Tegelijkertijd zorgt de coronacrisis voor een flinke terugval in de bestaande inkomsten terwijl er juist meer dan ooit een beroep wordt gedaan op de journalistieke capaciteit van de omroepen.

2021

Bij de Rijksuniversiteit Groningen wordt de Leerstoel Lokale Publieke Omroep geïnstalleerd. Yael de Haan gaat deze voor 4 jaar invullen. Onderzoeksbureau KWINK bureau presenteert het beleidsevaluatie streekomroepvorming en constateert dat streekomroepvorming bij kan dragen aan professionalisering van de lokale omroep sector, in 2021 zijn 31 van de 77 in 2017 geschetste streken afgerond.

DTV Oss/Bernheze Uden en Omroep ZuidWest ontvangen in 2021 ook een Keurmerk.

Maar het allerbelangrijkste dat jaar is het in december gesloten coalitieakkoord tussen VVD, D66, CDA en ChristenUnie de weg vrij maakt voor de grote keuzes die nodig zijn voor de versterking van de lokale omroep.

2022

De versterking van de lokale omroep staat in het regeerakkoord en dit keer is er ook sprake van boter bij de vis. De staatssecretaris voor Cultuur en Media heeft structureel extra geld vrijgemaakt voor de sector. Volgens de NLPO nog niet genoeg maar wel een eerste stap in de goede richting.

Ook wordt in 2022 een regeling opengesteld via het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek: de regeling Professionalisering Lokale Publieke Media-instellingen 2022-2023. Deze subsidie van 250.000 euro kan door lokale omroepen worden ingezet voor de verdere professionalisering van de lokale omroep, door middel van het in dienst nemen/inhuren van professionals en zo de kwaliteit van hun journalistiek te waarborgen en verbeteren en hun organisatie te versterken. In 2022 kunnen de omroepen in 23 streken deze regeling aanvragen.

Publieke Omroep Amsterdam ontvangt dit jaar ook het Keurmerk.

2023

Visiebrief staatssecretaris, val van kabinet

Op 7 oktober 2023 stemt de Tweede Kamer alsnog in met de plannen van staatssecretaris Uslu om te komen tot een stelselwijziging van de lokale publieke omroep per 2026. De komende jaren wordt het lokale omroepbestel gewijzigd en bereiden de lokale omroepen zich voor op de toekomst, zowel financieel als organisatorisch en professioneel. Met voldoende middelen en slagkracht kunnen álle lokale omroepen straks journalistiek aanbod van hoge kwaliteit produceren. Hiervan zal het gehele omroepbestel profiteren.

WEEFF, streekomroep voor West-Friesland, 1Almere en Studio 040 (Eindhoven) ontvangen het Keurmerk.